RSPO-beleid inzake mensenrechtenverdedigers, klokkenluiders, klagers en woordvoerders van de gemeenschap

Op 24 september 2018 heeft de raad van bestuur van de RSPO een nieuw RSPO-beleid aangenomen met betrekking tot mensenrechtenverdedigers, klokkenluiders, klagers en woordvoerders van de gemeenschap. Dit werd mogelijk gemaakt door de RSPO-mensenrechtenwerkgroep, na de goedkeuring van Resolutie 6(e) door de 13e Algemene Vergadering (2016) waarin wordt opgeroepen tot een beleid waarbij mensenrechtenverdedigers, klokkenluiders, klagers en woordvoerders van de gemeenschap in vertrouwen klachten kunnen indienen bij het RSPO-klachtenpanel over de activiteiten die worden ondernomen door, namens of in verband met de activiteiten van een RSPO-lid die kunnen leiden tot risico's voor de veiligheid en/of beveiliging van genoemde personen.

Mensenrechtenverdedigers (HRD's) worden gedefinieerd als individuen, groepen of verenigingen die universeel erkende mensenrechten bevorderen en beschermen en bijdragen aan de uitbanning van alle vormen van schendingen en fundamentele vrijheden van individuen en volkeren.

Het nieuwe beleid beoogt het volgende te doen:

i. een platform te creëren voor mensenrechtenverdedigers, klokkenluiders en woordvoerders van de gemeenschap om klachten in te dienen bij het RSPO-klachtenpanel over activiteiten die worden ondernomen door RSPO-leden die hun veiligheid en beveiliging kunnen ondermijnen;

ii. duidelijke operationele richtlijnen vast te stellen voor de coördinatie, het beheer en de reactie op de beschuldigingen van bedreigingen;

iii. om de inzet van RSPO-leden te verzekeren bij het ontwikkelen van intern beleid en mechanismen om schade te voorkomen, te beschermen en te reageren op klachten over vermeende bedreigingen of geweld gepleegd tegen of door hun gelieerde ondernemingen.

Door een nultolerantiebeleid aan te nemen tegen bedreigingen tegen mensenrechtenverdedigers, heeft RSPO zich er ook toe verbonden de vertrouwelijkheid te beschermen van degenen die bij dit proces betrokken zijn, bijvoorbeeld mensenrechtenverdedigers en/of slachtoffers. De bescherming waarnaar in het HRD-beleid wordt verwezen, strekt zich uit tot personen die te goeder trouw en op redelijke gronden aangifte hebben gedaan tegen een lid of een aangeslotene.

Hoewel RSPO niet verplicht is om fysieke bescherming te bieden, zoals extractie of verplaatsing van mensenrechtenverdedigers naar veilige huizen, zal zij trachten dit te faciliteren door andere organisaties in relevante jurisdicties te identificeren om hulp te bieden om risico's te beperken of aanvullende ondersteuning te bieden (bijv. NGO's, nationale mensenrechteninstellingen en /of regionale/internationale mensenrechtenmechanismen).